Verleiding

15-12-2015 21:27

Voor mij op straat loopt een meisje. Ze is niet helemaal goed, dat zie ik meteen. Ze heeft een vreemde motoriek en haar tong hangt half uit haar mond. Ik kan aan haar zien dat ze een beetje bang voor mij is. Ze kijkt voortdurend met grote ogen achterom naar die grote boos kijkende vent met woeste baard en loopt net iets te hard waardoor zij regelmatig een struikelende beweging maakt. Uit respect minder ik vaart in mijn pas waardoor de afstand tussen ons vergroot. Haar schouders zakken een paar centimeter en haar ademhaling wordt regelmatiger. Ze ontspant.

Even verderop loopt een jonge vrouw met een hondje ons tegemoet. De bewegingen van het meisje worden schokkender. Ze trekt een blij gezicht en huppelt in tempo op het hondje af die haar kwispelend tegemoet rent. De vrouw met het hondje stopt even en er ontstaat een ontroerend tafereel. Het meisje hurkt zich en het hondje springt met de voorpoten op haar knieën. Ze begroeten elkaar vol van passie. Twee zielen die niets van elkaar begrijpen, komen toch samen. De liefde spat eraf. De bazin van  het hondje pinkt een traantje weg. Ik houd het zelf ook bijna niet droog. Maar hé...ik ben een man en mannen huilen nooit!

Wel ontdek ik dat meisjes vertederd naar iemand kijken als diegene het hondje waarmee ze loopt even aandacht geeft. Ik besluit er handig gebruik van te maken en voor een volgende ontmoeting de proef op de som te nemen. Al snel loopt een vrouw met een hond mij tegemoet. Alleen stinkt de hond van een afstand uit zijn bek en is zo schrikbarend groot, lomp, kwijlend en lelijk dat ik een beetje bang voor hem ben. Ook de vrouw is nou niet...hoe zeg ik dat netjes....Nou ja, laten we het erop houden dat de stelling, dat de hond vaak op zijn of haar baas lijkt, in dit geval wel heel duidelijk opgaat.

Wat nou als een vrouw achter een kinderwagen loopt? Als dat geen sentimentele wrakken zijn dan weet ik het niet meer. Ik krijg de lumineuze inval terloops als een vrouw met kinderwagen mij tegemoet loopt. Even kijk ik vertederd in het vervoermiddel. Er liggen enkel conservenblikjes in. Even kijk ik de vrouw verbouwereerd aan die niet anders kan dan verontschuldigend naar mij lachen. Zal ze echt zo slecht zijn dat ze alleen maar met zo'n wagen op straat loopt om mannen aan te trekken? Bah, wat een rotte geest ben je dan! Een paar tellen later loopt weer een vrouw met kinderwagen mij tegemoet. Wat was er negen maanden geleden aan de hand? Was toen die grote stroomstoring? Ik waag mij voor een tweede keer in de kinderwagen te kijken. Dit keer ligt er wel een hummeltje in die keihard begint te huilen als ik vooroverbuig. Ik voel mij schuldig en probeer verontschuldigend te lachen naar de moeder. Met een kort knikje accepteert zij mijn verontschuldiging. Verder komt het niet meer goed tussen ons.

Ondertussen loop ik richting het Wormerveerse marktplein waar de beste viswinkel van Nederland is gevestigd. Buiten dat werken er ook nog twee ontzettend mooie vrouwen waardoor het nog feestelijker is om vis te kopen. Eén van de twee verkoopsters is zo onbereikbaar mooi dat ik niet eens naar haar durf te kijken. Dit heeft al regelmatig tot pijnlijk belachelijke gesprekjes geleid waarbij ik steevast naar de grond bleef staren. Verstandig laat ik mij dan ook liever helpen door de ander. Zij is minder mooi maar kijkt zo lief uit haar ogen dat ik steeds, wanneer ik haar stralende verschijning zie, een beetje verliefd word. Ze heeft ook een enorme puist op haar voorhoofd. Iedere keer kan ik bijna de verleiding niet weerstaan om de puist uit te knijpen. Toch doe ik het maar niet. Ik ben als de dood dat het puistenpus tussen mijn vers aangeschafte haring belandt.

Met een haring in een zakje wandel ik blij weer terug naar huis. In de etalage, van die mooie kledingzaak aan de Wormerveerse Wandelweg, lonkt een schitterend t-shirt met lange mouwen naar mij. Voordat ik het weet ben ik versierd en voor de tweede keer in 15 minuten ben ik verliefd. Als verdoofd door een sensueel wuivend t-shirt die mij met een psychedelisch liefdesliedje tegemoet zingt, maak ik entree in de winkel. Ik zie enkel nog het begeerde kledingstuk. De eigenaar van de winkel lacht mij tegemoet. Hij kent mij wel en heeft mij waarschijnlijk al voor zijn zaak gespot tijdens mijn gang richting de viswinkel. Uitgekookt als hij is, heeft hij razendsnel het shirt over de schouders van de etalagepop gehangen. Zijn missie slaagt en ik ben weer vele euro's lichter maar een tof shirt rijker.


—————

Terug