"Dag jongen! Ik heb kanker! Hoe was jouw weekend?"
Zo! Die zin kwam op 9 januari 2017 om 16.00 uur wel even binnen. Het komt zelden voor dat ik met mijn mond vol tanden sta maar hier werd ik toch wel doodstil van. Mijn vader leek er een beetje triomfantelijk bij te kijken. Kwam dit misschien door de spanning? Hij had immers gelijk gekregen en ik niet. Daarbij kwam dat ik voor de onderzoekjes bij hoog en laag had gezworen dat hij last had van een oudemannenkwaal. Hij moest zich niet aanstellen. Zich pas zorgen gaan maken als er echt iets aan de hand was. Zijn angst en zorgen bleken terecht en mijn luchtigheid in zijn geheel niet. Helaas!
Ik werd er boos van. Niet op mijn vader natuurlijk, maar meer op de situatie! Die schijtziekte waar ik al zo vaak mee geconfronteerd was door bekenden of klanten die in hun omgeving mensen waren verloren door de ziekte met de grote K. Dat overkwam hun! Ons niet! Kanker moest met zijn gore poten van ons afblijven! Andere mensen verloren hierdoor het leven. Wij niet! Al jaren had ik bepaald dat mijn vader en moeder als onsterfelijk op het culturele erfgoed van Nederland moesten worden geplaatst. Ik wilde niets met dat enge gedoe te maken hebben. De ziekte waardoor ik zelf ook al diverse familieleden als opa, oma en tante had verloren. Die grote kankerziekte had nu ook mijn vader in de greep. Dat was niet eerlijk. Het was niet afgesproken. Zo hoorde het niet!
Snel herpakte ik mij door vragen te stellen over de situatie. Mijn vader stelde mij gedeeltelijk gerust. Het was vroeg ontdekt aan zijn prostaat. Er waren geen uitzaaiingen geconstateerd. Het was te behandelen en te genezen. Wel moest hij voorlopig 5 dagen in de week naar een nog nader te kiezen ziekenhuis toe om zich te laten bestralen. Ook zou hij vrouwelijke hormonen ingespoten krijgen om de testosterongehalte te verlagen. "Je krijgt dus anderhalve moeder jongen. Er zit nu echt geen broertje of zusje meer voor je in." grapte hij. Hoewel best leuk kwam het grapje maar nauwelijks binnen.
Gelukkig was mijn zus meegereden met mijn vader en moeder naar het ziekenhuis. Janneke is huisarts en weet precies welke vragen zij moet stellen. Natuurlijk baarde het antwoord van de specialist haar ook zorgen maar tegelijkertijd wist zij ook dat deze vorm van kanker geneesbaar was en dat het vlot ontdekt was. En dat enkel omdat mijn vader de laatste tijd bloed plaste. Hij maakte zich daar bezorgd over en wilde dat laten onderzoeken. Aan kanker wordt een cijfer gegeven. Je kunt tussen de 6 en de 10 scoren volgens mijn zus. Mijn vader scoorde een 8. Op school zou ik superblij zijn geweest maar in dit geval had ik toch liever een 5 behaald.
Binnenkort gaat het circus van genezingsproces van start. Een harde eenzame tijd en strijd waarbij wij je zoveel mogelijk willen steunen. Lieve papa. Als je iets nodig hebt, laat het ons alsjeblieft weten!
—————