Blog

China

14-08-2013 15:52

Huib: “Hé Sander. Sjoh, wat heb jij een bruine kop man!”
Sander: “Huipie! Ja ik ben lekker op vakantie geweest.”
Huib: “Sjoh..vakantie. Lekker! Waar ben je geweest?”
Sander: “Naar Japan!”
Huib: “Sjoh Jáh…pàn! Dat ligt niet naast de deur! Waar ben je allemaal geweest in Japan?”
Sander: “Een rondreisje was het. Dus echt vakantie heb ik niet gehad hahaha. We begonnen in Peking.”
Huib: “Peking? Huh...maar dat ligt toch in China?”
Sander: “Eh…China? Nee Japan toch? Er lopen allemaal van die Chinezen rond.”
Huib: “Ja, ja. Chinezen! Die wonen toch in China?”
Sander: “Verdomd…Wacht even! Ik bel Carla.”

***5 minuten later***

Sander: “Tsjonge! Je hebt gelijk Huib. Carla zegt ook dat het China ligt.”
Huib: “Nou moe!”
Sander: “Tsss..ehm weet je wat ik het leukst vond Huib?”
Huib: “Nou?”
Sander: “Die taal. Dat Ping Pang Pong hahaha. Dat is geen geluid man. En ze hebben wel 14 verschillende manieren om Pang te zeggen. Dat geloof je toch niet?”
Huib: “Sjoh..Je maakt wel wat mee!”
Sander: “Weet je trouwens hoe ze die taal noemen? Je komt echt niet meer bij, Huib als je dat hoort!”
Huib: “Eh…Chinees?”
Sander: “Nee, nee, het is echt veel hilarischer. Eh hè shit, hoe heet het nou ook weer? Iets met fruit was het.”
Huib: “Iets met fruit?”
Sander: “Ja, iets met fruit.”
Huib: “Spinazie?”
Sander: “Hahaha, nee niet spinazie. Dat had wel gekund overigens. Het klinkt wel Chinees. Nee een ander fruit. Ik kom er zo wel op. Hè het ligt op het puntje van mijn tong. Kom, zo’n kleine sinaasappel!"
Huib: “Een mandarijn!”
Sander: “Ja, ja precies, Mandarijn! Maar dan met een lange ei hahaha.”
Huib: “Sjoh…Wat was nou echt bijzonder in China, Sander?”
Sander: “Ze eten er helemaal geen Babi Pangang! Wist je dat? Typisch Hollandse kost! Geen Japanner die Babi Pangang eet!”
Huib: “…Chinees!”
Sander: “Nee, dat zeg ik net. Dat eten ze dus niet!”
Huib: “Je bedoelt Chinees, bedoel ik.”
Sander: “…Eh Huipie, heb je je pilletjes wel geslikt? Zitten we wel op hetzelfde level?”
Huib: “Laat maar Sander.”
Sander: “Voor de bakker! Ze hebben trouwens in China ook heel authentieke bordjes van porselein, Huib. In het Delfsblauw!”
Huib: “Origineel Chinees, dus!”
Sander: “Ja prachtig man! Natuurlijk als souvenir meegenomen. Helemaal uit China!”
Huib: “Sjoh…je maakt wat mee!”
Sander: “Ik miste alleen de laatste week wel de Pindakaas, Huib. Ja, na 3 weken is zo’n potje toch leeg. Dan moet je je echt door zo’n laatste week heen slepen. Dan valt 塗, 涂, 三明治 toch wat tegen.”
Huib: “Hè?”
Sander: “ 塗, 涂, 三明治! Dat is Chinees broodbeleg.”
Huib: “Ah…oké!”
Sander: “Nou het was een fantastische vakantie, Huib! Ik moet weer eens verder. See you later alligator, hahaha!”
Huib: “After a while, crocodile!”

—————

Tuinfeest

13-08-2013 21:57

Het was dit jaar nu al weken prachtig weer en dus kon het haast niet missen..... Het jaarlijks terugkerende tuinfeest van de Koehoorntjes kon weer in alle hevigheid losbarsten. Deze keer werd het feest gevierd bij oom Sjoerd en tante Loes. De hele familie van mijn vaders kant was present inclusief alle aanhang. Arie Ribbens knalde uit de speakers en de tuin hing weer vol met verlichting, slingers en prullaria. Er was dus een klimaat gecreëerd voor een topfuif. Daarbij komt dat mijn familie wat flamboyant is. Indien ik mij er een aantal weken op kan voorbereiden ben ik er psychisch klaar voor om het allemaal weer over me heen te laten komen. Daarna ben ik een week of vijf in de war om vervolgens de draad van het normale leven weer op te pakken.

We begonnen met een vaste traditie: Levend kwartet. Een spel waarin de familie is opgesplitst in vier delen en waarbij iedereen een schuilnaam heeft. Deze schuilnaam hoort iedereen één keer en daarna moet de persoon achter de schuilnaam gezocht worden. Wie het laatst geraden wordt, is de winnaar. Mijn neefje Wim verliest altijd. Dit komt, omdat hij altijd zo enthousiast is over zijn schuilnaam dat hij deze meestal niet voor zich kan houden, zodat iedereen er al van op de hoogte is voor het spel begint. Als hij de schuilnaam een keer niet doorbabbelt, dan komt het wel door zijn glunderende gezicht wanneer de naam wordt genoemd. Wim is dus gewoon de dombo van de familie. Meestal eindig ik hoog. Dit jaar was mijn schuilnaam Holliehobbypoppetje.

Na het spel gingen we barbecuen. Oom Sjoerd is de grappenmaker van de familie. Hij is degene die er altijd de sfeer in houdt. Vooral na een biertje of 15 is hij niet te stuiten. Oom Sjoerd kent het hele repertoire van Snip en Snap uit zijn hoofd en vertelt op één avond, een keer of zeven, dezelfde grapjes. Tante Loes vraagt, wie er nog een worstje wil waarop oom Sjoerd dan zegt; "Toch niet mijn worstje, hè schat? ha ha." Dit is het niveau humor waarin bij onze familie gedacht moet worden. De opmerking van tante Loes, dat die worst de honger niet zal stillen en dit uit ervaring weet, hoort daar dan ook bij. Tenenkrommend, maar voor één keer per jaar heb ik dit wel voor mijn familie over.

Oom Koen kan nooit zo goed maat houden. Zo kotste hij over het vlees op de tafel heen. Niet nodig, want we hadden ook zoetzure bbq saus gekocht. “Ook zonde van het vlees”, vond tante Sonja. Ze depte het vlees zorgvuldig met tissues af en legde het weer op de schaal. Oom Koen gaat ook altijd schreeuwen als hij aangeschoten is. Hij vertelt dan in geuren en kleuren over de bedgeheimen met zijn secretaresse. Dit is erg sneu voor tante Sonja die hier niets van wist. Daarom heb ik oom Koen achter op mijn bagagedrager gezet en thuis in bed gestopt. Oom Koen kotste hier en daar nog een plasje op straat zodat ik, als een kleinduimpje, met gemak de weg terug naar het huis van oom Sjoerd en tante Loes vond.

Mijn directe familie in de eerste lijn is altijd redelijk introvert. Wij zijn zeg maar de buitenbeentjes van de familie, behalve....... mijn vader dan. Ik vind het eigenlijk vervelend om te zeggen, maar mijn vader is niet helemaal goed. Tijdens het feest stond hij op de tafel te dansen en te hossen met twee flessen wijn in zijn handen. En maar roepen naar mij... "Kom erbij jongen, kom toch eens een keer los!" Ik ben toen maar naar mijn neefjes en nichtjes gelopen. Die zaten ver weg.

Mijn neefjes en nichtjes zijn wat jonger dan ik en hebben meestal een langer verwerkingsproces nodig om weer over het "de schaamte voorbij" feest heen te komen. Ze studeren allemaal en als ze dit vertellen op school dan..... tja, een kinderziel hè. Ze komen vaak bij mij zitten. Ik bescherm ze een beetje. Ze vertellen veel over hun studie. Die studies zijn allemaal exact en één doet rechten. Gortdroge verhalen krijg ik te horen. Nadat ik drie keer ben wakker geschud, zijn we door de verhalen heen.

Om drie uur 's nachts is het feest afgelopen. De muziek staat dan loeihard. Onder meer Nico Haak, Hazes, Frans Bauer en alle andere muziek die Nederland op de kaart hebben gezet. De sfeer is op en top. De grappen worden schuiner, er wordt steeds meer geschreeuwd en we dansen de Polonaise. Waarom stopt het feest dan zo abrupt? Dat komt, omdat de familie dan volgens traditie wordt gearresteerd door de politie vanwege de klachten uit de buurt.

Volgend jaar is mijn woning aan de beurt (zucht). Ik denk erover naar Nieuw Zeeland te verhuizen.

 

—————

Papadag

11-08-2013 21:47

Het was woensdag. De parttime dag van Joost. Mareille was al naar haar werk en Joost zou vandaag samen met hun enige dochter Lieke naar Artis gaan. Lieke had hier al weken naar uitgekeken. Lieke was geboren met licht geestelijke afwijking. Hiervoor hoefde ze niet persé in een stoel te zitten maar omdat ook MS haar niet bespaard was gebleven, was die rolstoel in de loop der jaren helaas noodzaak geworden. Joost en Lieke hadden het overigens nooit over een rolstoel maar over een rotstoel, wat traditioneel werd gevolgd door een schaterlach van Lieke. Lieke was stapelgek op haar vader en vermaakte zich kostelijk om zijn vreemde strapatsen en woordspelingen.

Het was warm en dat scheelde in de voorbereiding op het tochtje naar Artis. Als het koud was geweest, had Joost Lieke als een mummie moeten inpakken. Als de dood dat hij was dat zij kou zou vatten. Belangrijkste was natuurlijk dat het mooie weer de dag aanzienlijk veraangenaamde. Joost had ’s ochtends Lieke wakker gemaakt. Nadat hij met haar had gedoucht en haar had ingesmeerd met haar favoriete Smurfendouchegel, hielp hij Lieke met aankleden. Zij wilde graag haar roze lievelingsjurk aan. Na veel gedoe was deze aangetrokken. “Papa.” zei Lieke “vind je het goed als we toch de witte broek aan doen?”  Joost keek haar liefdevol aan. “Natuurlijk lieverd, als jij je mooie broek aan wil.” Het meisje werd weer uitgekleed en aangekleed. Na een uurtje reed ze uiteindelijk toch stralend in haar roze jurk door de kamer. Wat zag ze er mooi uit!

Ze gingen ontbijten. Joost had Danerolle croissants gekocht. Lieke was hier in combinatie met chocopasta dol op. Joost kende zijn pappenheimer en had uit voorzorg Lieke behangen met een groot schort waardoor knoeien geoorloofd was. Lieke duwde de croissants diep in de pot en vervolgens pastaproof in de mond of ernaast. Door de MS was haar oriëntatievermogen namelijk danig afgenomen. Het gaf allemaal niets. Joost pakte een gestreken zakdoek uit het borstzakje van zijn witte overhemd en veegde haar toetje geduldig af.

Na het ontbijt werden de tanden grondig gepoetst en waren het dametje en paps klaar voor het ritje naar Amsterdam. Uit de cd-speler schetterden K3, De Toppers, Bassie en Adriaan en Kabouter Plop. Niet echt de muzikale voorkeur van Joost maar zijn meisje genoot met volle teugen en brulde alles woord voor woord mee. Ze waren ruim na de spits vertrokken waardoor de rit vlekkeloos verliep. Met uitzondering van het spuugbelletje op Lieke’s jurk die was ontstaan door haar enthousiaste meezingacties. In Amsterdam werd door een verkeersbord aangegeven dat ze 80 mochten rijden. Dit was echter heel kort. Na 50 meter werd dit bord namelijk al gevolgd door een 50 km/u bord. “Nou, die 50 meter hebben we toch weer mooi meegepakt.” mopperde Joost een beetje sarcastisch. Lieke begreep hem niet en brulde luidkeels mee met Rene, Geer en Goor.

Na kort in de rij voor de ingang te hebben gestaan, liepen Joost en Lieke Artis in. Nou ja, Joost liep en Lieke zat in haar rolstoel. Lieke wilde als eerste naar de apen. Die vond ze, waarschijnlijk vanwege het feest der herkenning, zo grappig. Daarna liepen ze door naar de leeuwen. “P-papa, kunnen we weg. Ik vind het eng, hier!” zei Lieke. “Vind je het eng, schatje? Wil je een lekker ijsje van papa?” Ze reden samen naar één van de acht ijskramen die te vinden was op Artis. 3 Euro voor een softijsje voor zijn meisje. Ook een wesp had in de gaten dat het een lekker ijsje was. Joost duelleerde met de wesp op leven en dood. Weg met dat pokkenbeest. De wesp delfde het onderspit door de strijd met de dood te bekopen maar niet voordat het Joost nog akelig in zijn hand gestoken had. “Godverdomme, klotenbeest!” kermde Joost van de pijn om vervolgens direct het gif uit zijn hand te zuigen. Het gif prikkelde op zijn tong. Gelukkig kon Lieke verder ongestoord van haar ijsje genieten. Er kwam een nieuwe zakdoek aan te pas om Lieke te fatsoeneren.

Lieke was na drie uur intensief genieten total-loss. De MS vermoeide haar steeds eerder. Dit baarde Joost en Mareille veel zorgen. Ze hadden zich er nog steeds niet bij neergelegd dat Lieke waarschijnlijk nog geen twintig zou worden. Ze deden van alles om Lieke zo lang mogelijk op de been te houden. Lieke had al vele onderzoeken doorlopen maar er was nog geen arts geweest die met de oplossing kwam. “Het waren allemaal lamlendige klootzakken.” riep Joost dikwijls in zijn machteloosheid. Lieke was van nature een blij kind. Dit gaf haar veel energie en levenslust.

“Papa, ik moet plassen.” zei Lieke terwijl ze wiebelde in haar stoel. “Nou meissie dan gaan we toch snel even naar het toilet.” Hij duwde de rolstoel van Lieke met een noodgang richting het toilet. Lieke schaterde het uit van de pret. Joost begeleidde Lieke het damestoilet in. Vroeger vond Joost dit moeilijk. Hij voelde zich opgelaten ten opzichte van de vrouwen die zich op dat moment begaven in het toilet en verontschuldigde zich ook altijd naar verontwaardigd kijkende vrouwen. In de loop der jaren had hij die schroom opzij gezet. Zijn dochter moest nu eenmaal een plas doen en kon dit niet alleen. Joost hielp Lieke op het toilet op en met haar jurk. Haar slip kreeg ze zelf met moeite nog wel naar beneden dus daar hielp Joost niet mee, behalve als Lieke zo moe was dat het niet anders kon. Hij wilde Lieke te allen tijde in haar waarde laten en hielp haar alleen als het niet anders kon. Joost wachtte naast de deur van Lieke’s toilet. “Papa, ik ben klahaar!” zei ze na een poosje. Lieke had een druk gedaan waardoor Joost haar moest helpen met het afvegen van haar billen. Eén van de smerigste karwijtjes die hij zich kon voorstellen. De geur van andermans stront is veel smeriger dan die van jezelf, vond Joost. Maar goed, het was de stront van zijn gehandicapte dochter waardoor het een vanzelfsprekendheid was geworden.

Lieke werd moe. Ze reden richting huis maar niet voordat ze nog even een McDrive binnenreden. Lieke was dol op de hamburgers van McDonalds. Joost had geen idee van wie ze dit had want zowel Mareille als hij konden zich niets smerigers voorstellen. Zelfs het broodje poep van Ome Willem had voor hen een hogere culinaire waarde. Lieke wilde een cheeseburger, frietjes en een bananenmilkshake en Joost nam voor de gezelligheid een vanillemilkshake. Het leek Joost handiger om even uit te stappen en de maaltijd rustig te nuttigen in het McDonaldsrestaurant zelf. De rolstoel werd weer in elkaar geschroefd waarna zij rustig het pandje binnenreden. Lieke schrokte de hamburger naar binnen. Zowel haar handen als haar gezicht zaten vol met saus. Lieke zoog en likte haar vingers schoon terwijl de derde zakdoek van de dag haar gezicht reinigde. Vlak voor de spits reden ze weer richting huis. Soms keek Joost even glimlachend naast zich naar Lieke die in een diepe slaap met haar hoofd tegen het raam op de stoel zat.

Het was een intensieve dag voor Joost geweest. Hij bracht Lieke naar bed en zong nog een paar slaapliedjes met haar waarna ze door Mareille en Joost in bed gejonast werd. Ze zagen een intens tevreden blik in haar vermoeide ogen. Ze grijnsde nog even naar haar vader en gaf hem een natte zoen. Ze had een topdag gehad. Joost zwaaide nog even naar Lieke voordat hij haar kamerdeur met een zachte zucht sloot. De blije blik die ze zojuist met hem had gedeeld was meer waard dan al zijn materiële bezittingen bij elkaar. Joost was de held van de dag voor zijn dochter. Hij barstte weer van de energie. Mareille had geluk!

 

—————

Water

03-08-2013 08:56

Zomaar een dag bij het water. Twee zwanen zwemmen in een meer. Ze zijn onverstoorbaar en hebben enkel aandacht voor elkaar. Geen vluchtigheid en een minimum aan pretenties. “Ik hou van Holland” in het klein. Ze genieten van de zon en de stroming van het water dat de veren op hun buik zachtjes streelt. Als koning en koningin van het meer kijken ze trots voor zich uit. Ze hebben zichzelf volledig onder controle. Iedereen kijkt naar hen. En dat weten ze.

Een reiger staat aan de waterkant. Hij heeft geen aandacht voor het stel. Starend naar de bodem van het meer hoopt hij op een langs zwemmende vis. Liever geen Karpers. Die zijn zo groot en sterk. Ook een snoek geniet niet zijn voorkeur. Op scherpe tanden in zijn snavel zit hij niet te wachten. Een weerloze voorn of een povere witvis zijn betere kandidaten voor de lunch.

Joop heeft ongeveer 20 meter van de reiger zijn hengel uitgeworpen. Hij aast op dezelfde voorn als de reiger. De reiger verstoort Joops rust. Joop beweegt nerveus heen en weer op zijn visserskruk. Dan staat hij weer even op om vervolgens weer op zijn krukje te landen. Hij kan zijn oog niet van die rotreiger houden waardoor hij onvoldoende aandacht heeft voor zijn bewegende dobber. De dobber beweegt door een golf van een passerende sloep. De roeier steekt hartelijk zijn hand op en roept: “Willen ze bijten?” Joop maakt een wegwerpgebaar naar de roeier die zijn vissen verjaagd. Zijn blik wendt weer af van de roeier. Vol afgrijzen loert hij naar de reiger. Stel je voor dat de reiger Joop te slim af is!

Kees aanschouwt het tafereel op gepaste afstand. Hij observeert graag maar eigenlijk observeert hij maar half. Zijn gedachten dwalen af naar de tijd van toen. Veel was mooier maar lang niet alles. Kees is een traditionele man die veel waarde hecht aan klassiek taalgebruik. Hij ziet pips. Waarschijnlijk is het niet hip om klassiek Nederlands te herintroduceren. Waarschijnlijk is hip geen hip woord maar ouderwets. Kees mond vervormt in een treurige glimlach. Hij denkt aan vroeger. Het heeft hem bar weinig gebracht. Dat geeft niet, vindt Kees. Hij heeft het dan allemaal nog voor de boeg.

Johan tuurt over het water in de verte. Hij kijkt wel maar ziet niets. Johan is nerveus. Hij wacht op zijn nieuwe vlam, Hans. Gisteren kwamen ze elkaar tegen in het Amsterdamse Club Rogue. Johan was er voor het eerst. Hij zoende ook voor het eerst met een andere man. Nu hebben ze anderhalf uur geleden afgesproken bij het meertje. Hans laat verstek gaan. Johan voelt langzaam woede vanuit zijn buik opborrelen naar zijn hoofd. Hij pakt zijn Smartphone uit zijn jaszak en keilt deze met een razendsnelle armbeweging driftig richting het water. Vlak voordat de Smartphone het water raakt, hoort hij het geluid van een sms. Het geluid smoort in het water. Johan zal waarschijnlijk nooit weten wie hem de sms verstuurde. En de prut waarin hij zit, bezorgt hem ook nog een vuile broek.

Twee fietsen liggen op de grond. Claudia en Gerald zitten naast elkaar aan de waterkant. Ze gaan met elkaar. Alleen weten ze dat eigenlijk zelf nog niet. Ze kijken steeds langs elkaar heen. Claudia giechelt nerveus, zoals gebruikelijk is bij pubermeisjes die bij hun grote liefde zijn. Gerald probeert stoer te doen. Hij onderdrukt voor zover hij dat kan zijn emoties. Dat is dom van Gerald want hij staat net als Claudia in vuur en vlam. Gerald wil haar heel graag vasthouden en kussen maar hij durft niet. Stel dat ze schrikt? De zonnegloed teistert Claudias haar en verandert de kleur in platina. Het maakt haar nog onweerstaanbaarder. Het is jammer dat Gerald zich voordoet stalen zenuwen te hebben. De onzekerheid vertraagt het chemisch proces.

Met gebogen hoofd loopt een man richting zijn rode Mazda. Anderhalf uur heeft hij op de afgesproken plek gewacht op Johan, die hij gisteren ontmoette in Club Rogue. Zelfs op zijn sms reageerde Johan niet. Zo vreemd! Gisteren leek het perfect en nu is hij al weer vergeten? Hans netvlies is betraand. Hij is er weer ingestonken. Weer zo’n vrijbuiter die zijn hart veroverde en hem daarna in de kou liet staan. Hans start de motor van zijn auto en rijdt langs een ouder echtpaar dat richting het meer loopt.

Greet en Jan wandelen langs een voorbijrijdende rode auto richting het door hun zo gewaardeerde meer. Ze lopen hand in hand en kijken met plezier om zich heen. Alles hebben ze al een keer meegemaakt. Het leven is zo eenvoudig maar niet saai. Ze genieten van de jonge mensen en dieren die ze tegengekomen of in de verte zien. Zoveel onnodige onzekerheid, zoveel naïviteit, zoveel verwondering. Gelukkig verwonderen Jan en Greet zich heel af en toe ook nog. De dag dat dat niet meer gebeurt, stopt het leven.

—————

Afhaalpizzeria

03-08-2013 08:52

Het was een latertje geworden vandaag. Naast de nodige gesprekken en een sollicitatieworkshop wilde ik de, vanwege de vakantie, opgelopen administratieve achterstand wegwerken. Hierdoor had ik geen zin meer om de pannen op het vuur te zetten en besloot ik een snelle hap te halen. In Wormer kennen we drie restaurants waardoor de keuze beperkt is. Echter zijn Wormernezen kritische mensen waardoor het niveau van de restaurants conform Wormer maatstaven boven het landelijke gemiddelde ligt. Ik had geen zin in Chinees en, hoewel je er de hele avond van blijft nagenieten, was een saucijzenbroodje van “Broodje van Guus.” vanavond ook niet aan mij besteed. Derde culinair hoogtepunt in Wormer is: “Mama Mia” het pizza/kebabrestaurant van de broers Ahmed en Rachid. Zij hadden hun zaak dit voorjaar voorzien van een nieuw interieur.

Nieuwsgierig geworden door de vernieuwingsdrang van de entrepreneurs trok pizza mij deze avond wel. Daarbij kwam dat het iedere woensdag “Pizzadag” was en alle pizza’s daardoor voor een spotprijs van € 6,50 de deur uitgingen.

Bij het openen van de deur dwarrelden flarden van de Boney M mij tegemoet. Waarom zo’n tent nooit eens AC/DC draait, is mij een raadsel. Je kunt je toch niet voorstellen dat het bedienend personeel vrolijk wordt van een avondje Boney M? Voor mij stond één dame haar bestelling te doen waardoor ik snel de menukaart van Ahmed en zijn broer Rachid kon doorspitten. Hoewel ik de spelfouten storend vond, leek de pizza “Frutte de Mari” mij wel wat. “Goedenavond, alles goed?” vroeg Ahmed terwijl hij hartelijk zijn duim opstak. “Ja Ahmed, druk, druk, druk.” antwoordde ik spontaan terwijl ik het kaartje in de binnenzak van mijn jas stak. Angela, de scholier die op woensdag- en vrijdagavond altijd bijsprong, nam mijn bestelling op.

“Goedenavond, kan ik u helpen?”

“Hoi Angela, doe mij de pizza “Frutti di Mare” maar.”

Angela keek even verbaasd. Deze pizza kende ze niet. “Oh, u bedoelt de “Frutte de Mari”!” zei ze, zoekend op de kaart.

“Nee Angela, ik bedoel de “Frutti di Mare”!” corrigeerde ik haar streng.

“Die verkopen wij niet.” stribbelde Angela eigenwijs tegen.

“Nou, doe dan de “Frutte de Mari” maar. Iemand heeft hier kennelijk lysdectieproblemen.” grapte ik.

Angela vond mij niet grappig. Ze bleef beleefd want had onlangs geleerd in een door Rachid georganiseerde klantgerichtheidtraining dat het niet netjes was om een klant “galbak” te noemen. Ik nam plaats op één van de stoelen aan de bar naast de dame die voor mij haar bestelling had opgenomen. Ondertussen kwam een andere dame binnen. “Goedenavond, alles goed?” vroeg Ahmed terwijl hij hartelijk zijn duim opstak. “U had vier pizza’s besteld, toch?” vroeg Ahmed aan de vrouw. “Ja, maar ik heb geen idee, welke.” antwoordde zij quasi nonchalant terwijl ze haar schouders ophaalde. Ik verwonder mij altijd weer over hoe onhandig mensen communiceren. Natuurlijk wist ze wel welke pizza’s ze had besteld! Ze nam plaats op de het verst van mij verwijderde stoel.

Het liep nog behoorlijk storm in het restaurantje. Rachid werkte zijn ballen uit de broek met het afbakken van de pizza’s en zwom bijna weg in zijn overhemd voor de loeihete oven terwijl Ahmed iedere klant vroeg of het goed ging terwijl hij zijn duim hartelijk opstak. Er liep een man haastig de zaak binnen.

“Doe mij maar die pizza met kaas.” riep hij terwijl hij met gebogen hoofd naar beneden keek.

“Welke bedoelt u, meneer? Alle pizza’s zijn namelijk rijkelijk bedekt met kaas.” vroeg Angela met gevoel voor understatement beleefd terwijl ze subtiel haar arm op borsthoogte hield.

“Nou die ene met veel kaas.” antwoordde de man verward. Hij durfde het meisje nog steeds niet aan te kijken.

“Bedoelt u nummer 21, de “Quattro Fromaggio”?” vroeg Angela professioneel geduldig.

“Zit daar veel kaas op?” vroeg de man ongemakkelijk omdat het gesprek zo lang duurde.

“Ja!” antwoordde Angela deskundig.

“Dan wil ik die hebben.” zei de man uiterlijk gerustgesteld terwijl hij zich met een ruk omdraaide en naast mij plaats nam. De opluchting, vanwege het einde van de dialoog met het meisje, was van zijn gezicht af te lezen.

“Verkoopt u ook mosselen?” vroeg de volgende klant met een speekseldruppeltje in zijn rechtermondhoek.

“Nee, die verkopen we niet los. Wel op pizza’s. Bijvoorbeeld de Frutte de Mari.” antwoordde Angela ad rem terwijl ze een fractie van een seconde even triomfantelijk als hooghartig mij aankeek. Ze kneep met haar ogen en in haar neus ontstonden kleine groefjes. Ik kromp in elkaar. Het deed me pijn aan de oren.

“Nee, ik wil gewoon gefrituurde mosselen met ravigotesaus eten.” zei de man terwijl hij, zijn vuist in zijn handpalm slaand en met tranen in de ogen, gedesillusioneerd afdroop. We staarden hem allemaal met een brok in de keel na.

De volgende klant bestelde twee pizza’s “Margaritha”. Ik vroeg mij af of het rekenwonder wist dat hij voor twee pizza’s van € 5,00 per stuk vanavond € 6,50 per stuk ging betalen. De kassa rinkelde, de gasten staarden zo apathisch mogelijk recht voor zich uit naar een lege plek op de muur terwijl ze geen vin verroerden. Sommigen hadden een menukaartje gepakt om de tijd te doden en iets in de handen te hebben. Er werd geen woord gewisseld met uitzondering van Ahmed: “Goedenavond, alles goed?” terwijl hij zijn duim opstak. Na een kwartier was mijn pizza klaar.

—————

Date

03-08-2013 08:50

Bloednerveus was de 19-jarige Michael. Hij had een date op zaterdagavond met Sofie. Dit was niet zonder slag of stoot gegaan. Sterker, Michael had zijn stinkende best gedaan om Sofie mee uit te krijgen. Ze zag hem aanvankelijk helemaal niet zo zitten. Ze vond hem een beetje kinderachtig enzo. Ze was twee jaar jonger dan Michael maar al jaren volwassener zoals meisjes rond die leeftijd meestal zijn. Eigenlijk viel ze op oudere jongens zo rond de leeftijd van 2 à 23. Uiteindelijk was het hem toch gelukt en het moest de avond van zijn leven worden. Maar ook een beetje die van haar als het zou kunnen.

Een week lang liep Michael met een brok in de keel van de spanning op school rond. Sofie zat niet bij hem op school. Michael was een VMBO-klantje, die na zijn diploma het MEAO was gaan doen, terwijl Sofie bezig was met haar eindexamen VWO. Ook het verschil in opleidingsniveau was in eerste instantie bezwaarlijk voor Sofie geweest. Ze kenden elkaar van stijldansles. De danslessen hoorden bij de opvoeding, zo vonden de ouders van beide kids.

Het was zaterdagmiddag en Michael kon na keihard onderhandelen de autosleutels van zijn vader aftroggelen. Hier stond een torenhoge schuld tegenover maar Michael vond dat hij indruk moest maken op Sofie met de Kia Rio van zijn vader. Hij had een mp3 gebrand voor de rit. Hij wilde hip zijn en kopieerde de cd. van zijn oudere broer. Het was een cd. van Outkast van zeven jaar terug. Zijn broer was geen ster in de omgang met meisjes.

's Middags had hij onder de douche zijn haar gewassen. Hij had een geurtje van 3 Euro gekocht bij het Kruitvat van zijn zuur verdiende geld bij de Albert Heijn. Michael was op zaterdag en op donderdagavond vakkenvuller bij deze kruidenier. Hij liet zijn baard drie dagen staan omdat dit volgens hem veel stoerder was. In zijn geval waren het enkele vlashaartjes op de kin. Het deerde hem niet. Michael leefde op een roze wolk.

Michael stond een uur voor de spiegel. Hij leende een beetje make-up van zijn moeder om die grote knalrode puist op zijn rechterwang te camoufleren. Twee dagen geleden was dat kreng er nog niet en juist nu op het moment suprême kwam er een geel puntje door en stond de puist op knappen. Michael had samen met zijn moeder een nieuw stelletje gekocht. Het betrof een beige pantalon met een daarbij passende riem en een grijze coltrui. Die trui paste perfect bij zijn grijze ogen volgens de juffrouw die de trui verkocht. Van zijn vader leende hij een donkerblauw colbert en nette schoenen. Gympies konden echt niet volgens zijn moeder. Hij spoot zich vol met het geurtje, poetste zijn tanden en aaide een volle hand gel door zijn gewassen haar.

Met vlinders in de buik reed Michael naar het huis van de ouders van Sofie, waarvan de eerste vijf minuten op de handrem. "Je ziet er goed uit Mike. Net Brad Pitt." zei zijn moeder trots. "Heb je een rietje voor Sofietje?" vroeg zijn vader, gevolgd door een bulderende lach. Michael snapte de grap van zijn vader niet. Hij hoorde zijn vader nog iets mompelen over “een andere generatie” om vervolgens de voordeur te sluiten.

Sofie woonde aan de rand van de stad in de dierenwijk. Zo'n moderne Vinex wijk waar alle straten op elkaar lijken. ”Kukeleku 34” was het adres. Na een korte zoektocht parkeerde Michael de auto op de parkeerplaats en keek nog even in het spiegeltje of alles nog in orde was. Haar zat goed, baard was goedgekeurd, puist was niet te zien.... Shit, er bewoog een klein groen bolletje tussen zijn neusharen, die hij voor de gelegenheid geknipt had. Michael pulkte het groene balletje uit zijn neus, deed het vervolgens in zijn mond en na even te sabbelen slikte hij het door.

Met knikkende knieën en boordenvol adrenaline belde hij aan. Michael hoopte dat Sofie al klaar zou zijn met zich op te tutten en de deur zou openen. Ze zouden dan gelijk weg kunnen en hij zou dan niet eerst te hoeven worden geïntroduceerd aan haar ouders. Helaas, die vlieger ging niet op. Een nors kijkende man deed de deur open. "Zo dus jij bent Michiel?" vroeg hij plagend aan Michael. Sofie was nog niet klaar en Michael werd binnen gemaand. Liever had hij in de auto gewacht, maar er was geen weg meer terug. Sofies moeder was lief en probeerde Michael op zijn gemak te stellen. Michael kreeg koffie aangeboden maar wees dat verstandig af. Hij was als de dood dat hij zou morsen. Gelukkig kwam Sofie na vijf minuten naar beneden. Het waren de angstigste vijf minuten in Michaels leven. Die vijf minuten leken wel vijf uur te duren.

 

—————


Trefwoorden

De lijst van tags is leeg.